De vrederechter zal de verzoekende partij oproepen wanneer deze vraagt gehoord te worden of wanneer de vrederechter het nuttig acht.
De vrederechter zal ook de te beschermen persoon oproepen. Wanneer de te beschermen persoon zich in de onmogelijkheid bevindt om zich te verplaatsen, begeeft de vrederechter zich naar de verblijfplaats van de te beschermen persoon.
De vrederechter zal eventueel ook de ouders, de meerderjarige kinderen, de echtgenoot, de wettelijke samenwonende partner of de persoon met wie de te beschermen persoon een gezin vormt, horen. Tot slot kan de vrederechter andere personen horen die hij/zij nuttig acht.
Als familielid mag je steeds naar de zitting gaan en vragen om gehoord te worden (ook al werd je niet opgeroepen). Je kan voor de zitting ook schriftelijk jouw opmerkingen aan de vrederechter meedelen.