De wetgever besliste met de wet van 17 maart 2013 tot hervorming van de regelingen inzake onbekwaamheid en tot instelling van een nieuwe beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheid de naast elkaar bestaande beschermingsstatuten van de onbekwaamverklaring, de bijstand van een gerechtelijk raadsman, de verlengde minderjarigheid en het voorlopig bewind af te schaffen.
In de plaats daarvan creëerde de wetgever één globaal beschermingsstatuut voor alle meerderjarige handelingsonbekwamen: het bewind.
Veel bewindvoerders en andere bij bewindvoering betrokken actoren spreken echter nog steeds van het voorlopig bewind. Het woord voorlopig werd evenwel achterwege gelaten en wordt niet meer gebruikt. Sinds 2013 is er enkel nog sprake van het bewind, de te beschermen of beschermde persoon en zijn bewindvoerder.
Het huidige wettelijk kader over het bewind vind je terug in:
- de artikelen 488/1 tot en met 502 van het oud Burgerlijk Wetboek;
- de artikelen 555/17 tot en met 555/27 van het Gerechtelijk Wetboek voor wat betreft het statuut van de professionele bewindvoerder (inwerkingtreding op 1 september 2025);
- de artikelen 1238 tot en met 1253/7 van het Gerechtelijk Wetboek voor wat betreft de procedureregels.