Bewindvoering is een vorm van rechterlijke bescherming. De bescherming is met andere woorden door een rechter opgelegd. Meer bepaald is het de vrederechter die bevoegd is om te beslissen of een persoon onder bewind moet worden geplaatst.
De aanstelling van een bewindvoerder is volgens de wet mogelijk in twee soorten situaties.
Wanneer een meerderjarige persoon wegens zijn gezondheidstoestand geheel of gedeeltelijk niet in staat is zijn belangen van vermogensrechtelijke en/of niet-vermogensrechtelijke aard zelf behoorlijk waar te nemen, kan de vrederechter beslissen om een bewindvoering over de persoon en/of over de goederen uit te spreken. Denk bijvoorbeeld aan een persoon met een ernstige verstandelijke beperking, een patiƫnt die in coma ligt, een aan dementie lijdende bejaarde of een persoon met een ernstige psychiatrische aandoening.
Wanneer een meerderjarige persoon zich in staat van verkwisting bevindt, kan de vrederechter enkel een bewindvoering over de goederen uitspreken, niet over de persoon. Van verkwisting is er sprake wanneer de te beschermen persoon geregeld zonder enige noodzaak manifest onredelijke uitgaven doet die niet in verhouding staan tot zijn inkomen.