Een persoonsvolgend budget is een budget op maat waarmee budgethouders zorg en ondersteuning kunnen betalen. Daarnaast hebben zij zoals iedere burger ook woon- en leefkosten.
Die kosten moeten ze net als iedereen met hun eigen inkomen betalen.
Dat inkomen kan bijvoorbeeld bestaan uit loon uit werk, een inkomensvervangende tegemoetkoming en andere inkomsten.
Het persoonsvolgend budget (PVB) is een budget op maat waarmee meerderjarigen zorg en ondersteuning kunnen inkopen binnen hun eigen netwerk, bij vrijwilligersorganisaties, individuele begeleiders, professionele zorgverleners en bij door het VAPH vergunde zorgaanbieders.
Een inkomen is geld dat iemand krijgt door te werken (bv. loon), door een uitkering (bv. inkomensvervangende tegemoetkoming), door opbrengsten uit vermogen (bv. verhuur van een appartement) en dergelijke.
Woonkosten omvatten de vergoeding voor het gebruik of de huur van een woning, kamer, studio of appartement en eventueel gemeenschappelijke ruimtes. Ook het gebruik van water, verwarming en elektriciteit en de vergoeding van normale en kleine herstellingen voor de gebruikte ruimtes kunnen aangerekend worden als woonkosten.
Voor sommige mensen is het nodig om hun kamer, leefruimte, de badkamer … aan te passen omwille van hun handicap of specifieke hulpmiddelen in te zetten. Voor een aantal van die aanpassingen of hulpmiddelen krijgt de vergunde zorgaanbieder middelen van de overheid (bv. via het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA)). In dat geval mogen die kosten niet als woonkosten aangerekend worden.
Leefkosten hebben te maken met het levensonderhoud, namelijk voeding, drank, onderhoud en schoonmaak van de woning en de gemeenschappelijke ruimtes, aansluiting op internet en aansluiting van tv en telefoon, was- en strijkservice, medicatie, verzorgingsproducten, kleding, vervoer, ontspanning, abonnementen, verzekeringen
Dit decreet is een grondige actualisering van het woonzorgdecreet van 2009 en kwam tot stand in intense samenspraak met de sector. Het decreet is vervlochten met het decreet Vlaamse sociale bescherming en het decreet eerstelijnszorg.
Het woonzorgdecreet heeft betrekking op de lokale dienstencentra, de diensten voor gezinszorg, de diensten voor oppashulp, de diensten voor thuisverpleging, de diensten maatschappelijk werk van het ziekenfonds, de diensten voor gastopvang, de centra voor dagverzorging, kortverblijf en herstelverblijf, de groepen van assistentiewoningen en de woonzorgcentra en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers.
Het Steunpunt bewindvoering is niet verantwoordelijk voor informatie die door derden wordt gegeven.